De kunst van het proeven volgens Ruinart: de ideale temperatuur

Sinds champagnewijnen mousserend zijn (begin 17e eeuw), is het gebruikelijk om champagne vrij koud te drinken, tussen 6 en 8 graden. Om aan deze mode tegemoet te komen, werden de flessen van Ruinart gepresenteerd in elegante meubeltjes, “rafraîchissoirs” genaamd, of in zilveren of aardewerken emmers gevuld met water en ijs, dat in de winter werd verzameld.

Rond 1830 werd het mode om champagne heel koud, gekoeld te drinken. De champagne was erg verwaterd. Door het af te koelen werd de zoetheid ervan verminderd. De fles werd geserveerd in een emmer gevuld met ijs maar zonder water, soms zelfs tot aan de hals ondergedompeld in een mengsel van gemalen ijs en potas.
De laatste jaren zijn we teruggekeerd met de gewoonten van de eerste champagneliefhebbers. De ideale temperatuur ligt tussen 6 en 9 graden.